De splinter en de balk | weekend 26-27 februari

Jezus hield zijn leerlingen hun deze gelijkenis voor: ‘Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil? De leerling staat niet boven zijn meester; maar zal hij ten volle gevormd zijn als hij gelijk is zijn meester. 

Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog? Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, en dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit. (Lucas 6,39-42)

Boomers

Tieners in volle puberteit die volop bezig zijn met het zoeken van de eigen identiteit kunnen haarfijn de kleine kantjes van hun ouders, leerkrachten en opvoeders blootleggen. Want laten we eerlijk zijn: de woorden en daden van volwassenen komen niet altijd overeen. Twintigers noemen de babyboomgeneratie geboren in de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw: ‘Boomers’. De vanzelfsprekende maatschappij- en levensopvattingen van deze ‘Boomers’ zijn niet de hunne. Ze voelen dit heel scherp aan, en spreken daarom een beetje spottende over ‘de Boomers’.

Tieners en twintigers zijn zeer scherper observators als het gaat over het gedrag van de oudere generatie. Zij zien heel scherp de splinters in de ogen van de oudere generatie. Vandaar de vermaning van Jezus in het evangelie: ‘Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog?’

Deze vermaning geeft Jezus aan zijn leerlingen. De apostel Johannes, de jongste onder de leerlingen en Jezus’ geliefde leerling, was waarschijnlijk nog een tiener. En de andere leerlingen waren waarschijnlijk jonger dan Jezus, jonger dan dertig, dus twintigers.

Levenservaring

Betekent dit nu dat de uitspraak over de splinter en de balk van Jezus dan geen betrekking heeft op de oudere generatie? Geenszins. Zijn wij, ouderen, al oud en wijs genoeg om de balk in de eigen ogen, onder ogen te durven zien en te aanvaarden? De eigen balk in de ogen durven zien en aanvaarden heeft te maken met de levenservaring van de apostel Paulus, die in één van zijn brieven schreef: ‘Het goede dat ik wil doen, dat doe ik niet, en het kwade dat ik wil vermijden, doe ik wel.’

Wat er allemaal in de wereld en in het leven misloopt, legde de apostel Paulus niet automatisch bij de anderen: het zijn de politici die falen, het zijn de jongeren die niet deugen, het zijn de vreemdelingen die de samenleving ontwrichten … 

Neen, deemoedig erkende Paulus zijn eigen falen en zijn eigen schuld. En daarin lag juist zijn redding. 

Felix culpa

We spreken dan over ‘felix culpa’ wat uit het Latijn vertaald betekent ‘gelukkig schuld’. Het is het erkennen van de eigenschuld, waardoor een mens terug komt openstaan voor Gods liefde, voor Gods redding en barmhartigheid. We komen terug openstaan voor de liefde van God in ons hart, wanneer we zoals de verloren zoon terugkeren naar de Vader. Ons hart blijft dan niet langer meer verhard tegenover medemensen, maar gaat langzaam overstromen van Gods liefde. ‘Want een goed mens brengt het goede tevoorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart.’ Die schat van goedheid is niets minder dan Gods goedheid in ons hart, dat zijn vrije baan krijgt, als we de eigen schuld en de eigen balk in onze ogen onder ogen durven zien.

Tot wie moet ik roepen, Heer?
Tot wie moet ik roepen, Heer,
tot wie moet ik mij wenden,
behalve tot U?


Alles wat niet God is,
kan mijn hoop niet vervullen.
God zelf verlang ik en zoek ik;
tot U alleen, mijn God, keer ik mij: 


U wil ik bezitten.
U alleen hebt mijn ziel kunnen scheppen,
U alleen kunt haar herscheppen,
U alleen hebt haar kunnen vormen naar uw beeld,
U alleen kunt haar omsmelten.
En dan wéér munten met uw beeldenaar:
het gelaat van Jezus Christus, mijn Heiland,
het waarmerk van uw goddelijk wezen.


(Blaise Pascal)