De smalle deur | weekend 24-25 augustus
“Span u tot het uiterste in
om door de enge deur binnen te geraken.
Want Ik verzeker u:
er zullen veel mensen proberen binnen te komen,
maar het zal hun niet lukken.”
(Lucas 13*)
Echt als christen leven is niet gemakkelijk
(en het is dat trouwens nooit geweest).
Het staat haaks op wat de maatschappij ons aanreikt,
het vecht met onze diepgewortelde drang naar zekerheid.
De deur is eng, en het vraagt moeite.
Maar de beloning is groot
en gelukkig is God geduldig en barmhartig!
Ik herinner me van in mijn kindertijd dat we in onze buurt altijd bij elkaar via de achterdeur binnengingen: die deur was nooit op slot. Het was een tijd dat mensen eenvoudig verbonden waren met elkaar, ze hielpen elkaar en men kon elkaar vertrouwen. Vandaag is het enigszins anders, denk ik. Vele achterdeuren zijn op slot en ook het hart van de mensen is vaak gesloten. Er zijn vele soorten deuren: doodgewone deuren, klapdeuren, schuifdeuren.
Ze gaan allemaal gemakkelijk op slot, behalve de deuren van de winkelcentra: die schuiven vanzelf open zodra je nog maar in de buurt bent, want consumeren mag altijd. Daartegenover zijn er de deuren van de grenzen, van landen en continenten, die meestal genadeloos en hermetisch dichtgaan voor mensen die op de vlucht zijn. In het evangelie heeft Jezus het ook over een deur, een nauwe deur. Er wordt aan Jezus gevraagd: “Heer, zijn het er weinigen die gered worden?” En Hij antwoordt: “Span u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te gaan, om aan te zitten
in het koninkrijk Gods”. Jezus wil ons zeggen: “Mensen, jullie willen allemaal gelukkig worden, maar denk eraan, de weg daarheen is niet altijd gemakkelijk”.
We moeten er iets voor doen, span u tot het uiterste in. Christen ‘zijn’ wij eigenlijk nog niet, we moeten het elke dag opnieuw worden; dagelijks moeten we er een inspanning voor doen. Wie bij de pakken gaat zitten, er niets voor doet, laat andere dingen de kop opsteken, zoals het onkruid, dat ongevraagd uit de grond komt. Als wij dan aan Jezus vragen, waartoe onze inspanningen dienen, wat de uiteindelijke zin is van heel onze inzet om christen te worden, waar het uiteindelijk allemaal naartoe gaat, dan vertelt Hij ons, zoals altijd, een verhaal over een feestmaaltijd, waar wij in zijn vriendschap delen. Alleen door die nauwe deur geraken wij aan Gods feestmaal.
Als je sterft
– zegt Jezus –
strek dan je hand uit
en leg ze in mijn hand.
Ik zal je hemels geluk
en eeuwige vreugde geven.
Je zal genade en liefde
bij Mij vinden,
tenminste als je je leven
nu al afstemt op mijn golflengte!
Als je hart nu al klopt
op het ritme van mijn hart,
met een voorkeurliefde
voor armen en gekwetsten.
Als je nu al je oprecht inspant
om mee te bouwen aan een wereld
van gerechtigheid voor velen!
Alleen dan
zal de poort van mijn Rijk
wagenwijd voor je openstaan.
Je bent welkom bij Mij,
– zegt God –
maar ben Ik ook welkom bij Jou?
Jezus, met deze woorden
wilt U ons niet ontmoedigen
als zou christen-zijn
bijna onmogelijk zijn.
Neen, U wilt ons aansporen en bemoedigen.
Wees onze Tochtgenoot
en help ons stap voor stap uw spoor te volgen.
Amen.