De sleur doorbreken | weekend 26-27 november

waakzaam – dekenaat Genk

Zoals het ging in de dagen van Noach, zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon. Zoals toch de mensen in de dagen voor de zondvloed doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven, tot op de dag, waarop Noach de ark binnenging, en zij niets vermoedden, totdat de zondvloed kwam en allen wegrukte: zo zal het ook gaan bij de komst van de Mensenzoon.

Zoals het ging in de dagen van Noach, zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon. Zoals toch de mensen in de dagen voor de zondvloed doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven, tot op de dag, waarop Noach de ark binnenging, en zij niets vermoedden, totdat de zondvloed kwam en allen wegrukte: zo zal het ook gaan bij de komst van de Mensenzoon. Dan zullen er twee op de akker zijn: de een wordt meegenomen, de ander achtergelaten; twee vrouwen zullen met de molen aan het malen zijn: de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten. Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. (Matteüs 24,37-42)

Eentonig

Het leven kan een sleur worden. Dan staan we op en we kleden ons aan, we eten, drinken, gaan werken, gaan winkelen. We leggen kilometers af met de auto voor het werk, we staan in de file, we komen ‘s avonds pas laat thuis. We kijken naar het nieuws en naar ons favoriete feuilleton op tv en gaan uiteindelijk slapen, om de volgende dag ongeveer hetzelfde opnieuw te doen. Ons leven wordt een sleur, een eentonig verhaal, het is pure herhaling tot vervelens toe! Tenminste toch als er in het leven geen verwachtingen meer zijn. 
Verwachtingen doorbreken de sleur. Kinderen kijken in deze dagen uit naar Sinterklaas, jongeren naar hun nieuwjaarsfuif, gezinnen naar hun jaarlijkse vakantie. Hoop en verwachting op wat komen gaat, doen ons die dagelijkse sleur dragen en verdragen.

Verwachtingen

Het evangelie maakt er ons op attent dat christenen bij uitstek mensen van verwachting zijn. Onze verwachting is intens en de lat ligt daarbij zeer hoog. Wij verwachten niemand minder dan de Jezus zelf, de Messias, de Gezalfde van Godswege, de Mensenzoon, zoon van David, de Redder van de wereld. Vier weken lang in de advent kijken we uit naar de geboorte en naar de komst van Jezus. 

Daarom steken we het eerste kaarsje aan de adventskrans aan, hoopvol wachtend op het kerstfeest. Want Kerstmis is hét feest bij uitstek dat de dagelijkse sleur in het gezin en in onze samenleving doorbreekt. Niet op de eerste plaats omwille van de mooi versierde en verlichte straten en kerstbomen, maar wel omdat wij als gelovigen ‘Iemand’ verwachten. 

Iemand of een persoon verwachten dat doet een mens intenser leven. Dat is ook de reden waarom onder de kerstboom in huis en in de kerk een kerststal hoort te staan. Gelovigen kijken niet op de eerste plaats uit naar de inhoud van de eventuele pakjes onder de kerstboom. De kerstboom is voor hen een teken dat onder die kerstboom geen pakjes liggen, maar een kerststalletje staat. Rond de kribbe in de kerststal staan de beelden van de os en de ezel, Maria en Jozef, de herders; zij allen wachten op de geboorte van een kind. Jezus is zijn naam. 

Waakzaam

De komst van Jezus in ons leven zullen we maar merken als we heel ‘waakzaam’ zijn.

Want wie ‘verwachting’ zegt, roept ook ‘waakzaamheid’ op. Omdat een christen een heel leven lang wachtend uitziet naar de Heer die komt, zal waakzaamheid de bijzondere levenshouding zijn die heel zijn denken, spreken en doen bepaalt. 

“Weest dus waakzaam want gij weet niet op welke dag uw Heer komt”: zegt het evangelie ons. Wij weten niet wanneer de Heer in ons leven aanwezig komt, vaak heel onverwacht en onaangekondigd, als een dief in de nacht. 

Adventskrans

Al weten we niet ‘wanneer’ de Heer in ons midden komt; wij weten wel ‘hoe’ Hij in ons midden komt. Zo heeft Jezus tot ons gezegd: “Als twee of meer in mijn naam aanwezig zijn, dan ben Ik in hun midden.” Laten we daarom in deze adventstijd regelmatig samen komen om te bidden in de kerk: week na week, vier weken lang. In deze adventstijd worden we ook uitgenodigd om samen te bidden in het gezin. En waarom niet rond een adventskrans? Elke week opnieuw een kaarsje meer aansteken maakt ons hart waakzamer. 

Maar ons hart kan ook nog op een andere wijze heel waakzaam zijn. Steeds opnieuw treedt Jezus ons leven binnen in de gestalte van arme uitgesloten mensen. Elke adventstijd opnieuw vraagt Welzijnszorg onze aandacht voor alle mensen die in onze samenleving in armoede leven, voor wie de energiefactuur en de huur te hoog zijn, voor wie niet meekunnen in onze digitale wereld. 

Laten we in deze adventstijd waakzaam zijn; maar vooral blij, hoopvol, verwachtingsvol. Want de Heer zelf, wil ons liefdevol nabij komen, in ons leven, geheel onverwacht, in de gestalte van het Kerstekind. Amen. 

Goede God, maak ons waakzaam in de komende vier weken en open onze oren, ogen, handen en hart opdat met Kerstmis Jezus Christus mag geboren worden te midden van onze gelovige gemeenschap.