De liefde als ruggengraat | weekend 29-30 januari

Jezus in tegenstroom – dekenaat Genk

Jezus gaf de aanwezigen in de synagoge dit antwoord: ‘Voorwaar, Ik zeg u: geen profeet is heilzaam voor zijn eigen vaderstad. En het is waar wat Ik u zeg: in de tijd van Elia immers, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef en een grote hongersnood uitbrak over het hele land, waren er veel weduwen in Israël; 

toch werd Elia tot niemand van hen gezonden, behalve tot een weduwe in Sarepta in het gebied van Sidon. En in de tijd van de profeet Elisa waren er vele melaatsen in Israël; toch werd niemand van hen gereinigd, behalve de Syriër Naäman.’ Toen ze dit hoorden, werden allen die in de synagoge waren, woedend. Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten. Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok. (Lucas 4, 24-30)

“Iedereen van mijn klas mag naar dat programma op tv kijken en ik moet altijd op dat uur gaan slapen.” “Iedereen van mijn klas mag naar die fuif gaan, behalve ik.” Deze verzuchtingen geven het leed weer van menig kind of tiener. Voor kinderen en heel zeker voor tieners is het belangrijk om mee te kunnen met de rest van hun klas. Er is steeds dat sluimerende verlangen om even succesvol te zijn als de populaire leerlingen van de klas. Dan speelt de keuze van tv-programma’s, van kleding, van muziek of van haartooi een heel belangrijke rol. “Waarom willen mijn ouders dit maar niet begrijpen?” Dit is de verzuchting van vele tieners. Ze willen met de groep meedoen en hun ouders schijnen dit maar niet te willen beseffen. Ouders schijnen alleen maar van alles te kunnen verbieden en het leven voor tieners zuur te maken. “Waarom doen mijn ouders mij dit aan?” vraagt menig puber zich vertwijfeld af. 

Het antwoord is heel simpel: “Omdat ouders zielsveel van hun kinderen houden.” Een heel simpel antwoord dat voor een opstandige puber (nog) niet te vatten is. Omwille van de liefde plaatsen ouders hun kinderen in de tegenstroom. Omwille van de liefde gaan ouders in tegen de allernieuwste modetrends, tegen de meest wisselvallige grillen en tegen de ‘hype’ van de dag. Omwille van de liefde hopen ouders dat hun kinderen een ruggengraat in het leven krijgen. Ze plaatsen hun kinderen in de tegenstroom, omdat dit de enige manier is om te leren tegen de stroom in te gaan. En vooral omdat dit ook de enige manier is om de eigen unieke levensweg in het leven te kunnen vinden. Want jongeren zonder een ruggengraat worden nietsnutten.

Ruggengraat

De ruggengraat van de christen is de liefde. Zonder de liefde is de mens letterlijk een nietsnut. Hij dient tot niets. Hij heeft geen enkele nut, althans in de ogen van God. In een uitzonderlijke poëtische taal beschrijft de apostel Paulus deze realiteit in het Hooglied van de liefde: “Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave der profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets.”

Liefde wil echt zijn en heeft daarom lak aan de schone schijn ontworpen door de hedendaagse imago-specialisten. De pracht en de praal opgeroepen door de reclame bekoort haar niet. Want het mooie heeft ze leren vinden in het meest eenvoudige. Onrecht, die mensen klein houdt opdat anderen zich groot zouden kunnen wanen, smaakt haar niet. Ze vindt echter haar vreugde in de grootsheid en de waardigheid van elke mens. Tegenover hoogmoed en inbeelding plaatst zij dienstbaarheid. Zo plaatst de liefde de christen in de tegenstroom van het leven. Zoals een zalm slechts leeft in de tegenstroom, zo ook de christelijke liefde.

Ook Jezus gaat tegen de stroom in. Zo radicaal zelfs dat hij de woede van zijn stadsgenoten opwekt. Want Kafarnaüm, de streek waar Jezus verblijft, wordt in het heilsaanbod door Jezus gelijkgesteld met het heidens buitenland. De boodschap – dat het heil evenzeer bestemd is voor de heidenen –  is een provocatie in de oren van Jezus’ toehoorders: “Toen ze dit hoorden werden allen die in de synagoge waren woedend. Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten. Maar Jezus ging midden tussen hen door en vertrok.” Met deze koelbloedigheid van Jezus ging de profetie van de profeet Jeremia uit de eerste lezing in vervulling: “Zij zullen u bestrijden, maar niets tegen u vermogen. Want Ik ben – zegt de Heer- bij u om u te redden.”

Tegenstroom

Omwille van de liefde gaat Jezus in tegenstroom staan. Omwille van de liefde strijkt Hij de opvattingen van zijn tijdgenoten tegen de haren. Omwille van de liefde gaat Hij tegen de stroom van het joodse volk in. Echte liefde beperkt zich nooit tot de eigen familie, eigen clan of eigen volk. Zoals de profeten Elia en Elisa richt Jezus zicht tot de heidenen om ook hen het heil van God aan te bieden. Zijn heilzaam en genezend optreden konden niet beperkt blijven tot het joodse volk. Voor de Joden echter ging Hij hiermee een stap de ver. Het enge eigen-volk-eerst principe is immers al eeuwen oud. 

Goede God, zo graag willen we meedoen met de nieuwste trends in de samenleving. Maar omwille van de liefde vraagt Gij aan ons om tegen de stroom in te gaan. Geef ons en zeker onze jongeren de liefde als een ruggengraat, naar het voorbeeld van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.