De eerste in barmhartigheid | 23-24 september

Bij het vallen van de avond sprak de eigenaar van de wijngaard tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders en betaal hun uit, te beginnen met de laatsten en zo tot de eersten. Toen de arbeiders van het elfde uur kwamen, kregen zij elk een denarie; toen nu ook de eersten kwamen, meenden dezen dat zij meer zouden krijgen, maar ook zij kregen ieder de overeengekomen denarie. 

Ze namen hem wel aan, maar begonnen tegen de landeigenaar te morren en zeiden: Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar één uur gewerkt en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen. Maar hij antwoordde een van hen: Vriend, ik doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeengekomen voor een denarie? Neem wat u toekomt en ga heen. Ik wil aan degene die het laatst gekomen is evenveel geven als aan u. Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben?  Zo zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn.” (Matteüs 20, 8-16)

Revanche

‘De volgende keer zullen wij revanche nemen en zullen wij winnen met 4-0 !’ Zulk een stoere taal kun je vaak horen na een voetbalmatch in de kleedkamers, waarbij één van de ploegen een smadelijke nederlaag geleden heeft. Mensen verliezen niet graag en staan zeker niet graag vanachter in de rangschikking. De laatste plaats in de voetbalcompetitie, de laatste van de klas, achteraan in de staart van een verkeersfile, de laagste looncategorie, werkloos en ongevraagd; het zijn allemaal oncomfortabele posities, die we zo vlug mogelijk achter ons willen laten. 

Omwille van die reden is de Bijbelse uitdrukking ‘de laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten’ zo populair. Een gevoel van revanche brengen wij er mee tot uitdrukking: «ooit zal ik zelf de eerste zijn en mijn concurrent de laatste». Heel de situatie wordt omgekeerd. De rijken worden arm en de armen rijk. De sterken worden zwak en de zwakken sterk. Zij die bovenaan de maatschappelijke ladder stonden staan nu onderaan en omgekeerd. 

Ook christenen leven vaak vanuit zulke ‘revanchegedachten’, wanneer zij aan hun goede levenswandel beloning koppelen en aan de slechte levenswandel van medemensen straf. Zelf de hemel willen verdienen en de anderen de hel gunnen heeft meer met revanche, dan met het christelijk geloof in het hiernamaals te maken. 

Revanche is onschuldig zolang het binnen sportieve grenzen blijft. Ze maakt de terugmatch voor beide ploegen en voor de supporters zo aantrekkelijk. 

Spanningen

Revanche wordt gevaarlijker wanneer zij geboren wordt vanuit een culturele of etnische achterstelling. Problemen zoals de etnische spanningen tussen Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda; of de spanningen tussen Russischsprekende Oekraïners en de autochtone bevolking; of de spanningen tussen Walen en Vlamingen blijven onoplosbaar wanneer revanche de leidraad wordt. Wraak nestelt zich dan in het samenleven van mensen, soms met geweld, terreur en dood tot gevolg. Maar ook banale burenruzies eindigen in bittere gerechtszaken als revanche het leidmotief wordt van het samenleven en van het handelen. 

Zo wordt in de dagdagelijkse omgang met elkaar de Bijbelse uitdrukking ‘de laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten’ in een context van na-ijver, revanche en wraak geplaatst. Deze vaststelling dwingt ons om ons af te vragen in welke context de evangelist Matteüs deze uitdrukking plaatst. De evangelist Matteüs plaatst deze uitdrukking in de context van een parabel van Jezus over de werkers van het elfde uur. 

De werkers van het elfde uur zijn het laatst aangeworven, op een moment dat de dagtaak er al bijna opzat. Want niemand wilde hen. Dit was het levensdrama van deze mensen. Niemand had hen nodig. Het werk kwam wel klaar en de economie draaide perfect verder, ook zonder hen. Zij behoorden tot de overbodige van de samenleving. Elk type van samenleving brengt zijn overbodige voort. In onze kennismaatschappij komen de laaggeschoolden automatisch werkeloos aan de kant staan. In een arbeidswereld waar flexibiliteit het toverwoord is, geraken mensen die wat meer tijd nodig hebben om zich aan te passen in de knel. De uitstoot van 50-plussers op de arbeidsmarkt is hierbij tekenend. Zo zijn computeranalfabeten weinig gegeerd in onze hoogtechnologische samenleving. Deze overbodigen, die op de laatste plaats van de samenleving staan, zullen nu juist de eersten worden.

Hierbij is vooral van belang te zien waar zij de eersten in zullen worden. Zij zullen niet de eersten worden in rijkdom en bezit. Ook al hadden de werkers van het elfde uur minder gewerkt, zij kregen één denarie zoals de anderen. Rijk zullen ze er niet van geworden zijn. Want één denarie per dag was noodzakelijk om een gezin te kunnen onderhouden. 

Werkers van het eerste uur

Toch maakte die éne denarie het verschil. Voor de werkers van het eerste uur was die éne denarie iets waarop ze recht hadden. Ze hadden ervoor gewerkt en de hitte van de dag getrotseerd. De werkers van het elfde uur had die éne denarie een geheel andere betekenis. Voor hen was die éne denarie een onverwacht geschenk. Het dagelijks brood dat zij met die éne denarie konden kopen, smaakte anders. Het smaakte naar barmhartigheid. 

De barmhartigheid van de landeigenaar, samengebald in die éne denarie, gaf hen de kans om één dag onbezorgd verder te leven. Zo werden zij de eersten in de ervaring van de barmhartigheid. Zij mochten als eerste leren leven vanuit de barmhartigheid. 

Daarenboven wilde de landeigenaar dat de werkers van het elfde uur als eersten hun loon kregen uitbetaald. Dit was niet zomaar een ondoordachte onhandigheid van de landeigenaar. Op deze wijze konden de werkers van het eerste uur getuigen zijn van zijn goedheid en van zijn barmhartigheid.

De evangelist Matteüs plaats de uitdrukking ‘de laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten’ in een context van barmhartigheid. Deze vaststelling is voor onze samenleving van vandaag heel belangrijk. 

Want revanche leidt gemakkelijk tot een spiraal van wraak en wederwraak, welke kan uitmonden in geweld en dood. Barmhartigheid daarentegen opent een tegenovergestelde dynamiek. Zij die de eersten mochten zijn in het ontvangen van barmhartigheid zullen op hun beurt eersten in het beoefenen van barmhartigheid worden. 

Heiligen

Deze eersten in barmhartigheid noemen wij ook wel heiligen. Het gemeenschappelijke in het leven van alle grote en kleine, bekende en onbekende, heiligen is dit: ‘zij mochten Gods barmhartigheid indringend en overvloedig ervaren.’

Deze fundamentele ervaring geeft de heiligen de openheid om op hun beurt barmhartig te zijn voor hun medemensen. Gods barmhartigheid is de kracht van pater Damiaan, van Cardijn, van Teresia van Avila, van Ruusbroec, van Don Helder Camara, van Franciscus van Assisi van Dag Hammarskjöld, van Thomas Merton, van bisschop Romero en van zovele anderen. 

Ieder van hen is in zijn of haar eigen tijd en volgens zijn of haar eigen karakter en temperament de eerste geworden in barmhartigheid. Zo zijn ook wij christenen geroepen om de eersten van de klas te worden, tenminste toch als het gaat over barmhartigheid. 

Goede God, vaak willen we revanche nemen op hen die voor ons staan en de eersten zijn. Laat ons eerder de eerste worden in barmhartigheid, in het liefhebben van onze naaste en in de dienstbaarheid. Naar het levensvoorbeeld van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer.