Corrupt en toch barmhartig | weekend 21-22 september
Verder sprak Jezus tot zijn leerlingen:
‘Er was eens een rijk man die een rentmeester had,
die bij hem werd aangeklaagd,
dat hij zijn bezit verkwistte.
Hij riep hem dus en vroeg:
Wat hoor ik daar van u?
Geef rekenschap van uw beheer,
want gij kunt niet langer rentmeester blijven.
Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf:
Wat zal ik doen,
nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt?
Spitten kan ik niet
en te bedelen daarvoor schaam ik mij.
Ik weet al wat ik ga doen,
opdat zij mij na mijn ontslag
als rentmeester in hun huis opnemen.
Hij ontbood de schuldenaars van zijn heer,
een voor een, en zei tot de eerste:
Hoeveel zijt ge aan mijn meester schuldig?
Deze antwoordde: Honderd vaten olie.
Maar hij zei: Hier hebt ge uw schuldbekentenis;
ga gauw zitten en schrijf: vijftig.
Daarop vroeg hij nog aan een tweede:
En hoeveel zijt gij schuldig?
Deze antwoordde: Honderd maten tarwe.
Hij zei hem: Hier hebt ge uw schuldbekentenis;
schrijf: tachtig.
De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester
dat hij met overleg had gehandeld,
want de kinderen van deze wereld
handelen onderling met meer overleg
dan de kinderen van het licht.’
(Lucas 16,1-8)
De onrechtvaardige rentmeester die schuldbekentenissen vervalst, wordt door Jezus in dit parabeltje geprezen. Een vervelend zaak, zo zouden we dit kunnen noemen. Want zou Jezus met dit parabeltje corruptie en mogelijke afpersing goedkeuren? Dit is toch wat de rentmeester probeerde te doen. Schuldbekentenissen vervalsen door er een lager bedrag op zetten; het is een vorm van corruptie. En achteraf bij de begunstigde langs gaan om een deel van de oneerlijk verkregen winst op te strijken; dat begint toch naar afpersing te ruiken. Corruptie en mogelijke afpersing, het zijn geen redenen om iemand te prijzen. Toch maakt in het parabeltje de rentmeester zich hieraan schuldig. En Jezus prijst hem daarvoor. Waarom?
Waarschijnlijk is er iets wat wij over het hoofd zien en bij Jezus wél opgevallen is. Waarschijnlijk is het de allereerste keer dat de rentmeester zich om een medemens bekommerde. Toen hij zelf dreigde zijn job te verliezen, begon hij ook oog te krijgen voor de situatie waarin zijn schuldenaars zich verkeerden en begon hij hen verder te helpen. Natuurlijk was zijn motivatie daartoe alles behalve zuiver en zijn werkwijze laakbaar. Maar ondertussen toonde hij wel barmhartigheid tegenover de schuldenaars van zijn heer.
Heer onze God,
ook onze motivaties zijn niet altijd op de graat zuiver
en zijn onze werkwijzen niet correct.
Laat steeds onze barmhartigheid voor het lot van medemensen
groter zijn dan ons eigen belang.
Heer, wees ons arme zondaars genadig.
Amen.