Broederlijk Delen | weekend 13-14 maart
Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. (Johannes 3, 16-17)
Is er in de wereld iets dierbaarder dan het eigen kind? Waarschijnlijk niet! Ouders doen er alles aan om hun kind in liefde te koesteren en te beschermen. Het besef dat er niets dierbaarder is dan het eigen kind, doet ons de radicaliteit van het evangelie begrijpen. ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.’ Uit liefde voor de wereld wil God alles op het spel zetten, zelfs zijn eigen Kind, zijn eigen Zoon. Volgende zondag lezen we in het Johannes evangelie het antwoord van zijn Zoon – van Jezus zelf – op dit liefdesaanbod van zijn hemelse Vader. ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort.’
Gods initiatief om zijn Zoon naar de wereld te zenden én Jezus antwoord om zijn leven als een graankorrel te geven voor die zending; beide keuzes zijn vanuit onze eigen klein menselijkheid onbegrijpelijk. Het is toch allemaal zo extreem. Het is alleen maar te begrijpen vanuit een God, die rijk is aan erbarming en vanuit een God die dicht bij de mens wil komen en daarom zijn Zoon gezonden heeft. Zowel God de Vader als zijn Zoon Jezus houden ontzettend – of moet we niet veeleer zeggen ‘oneindig’ – veel van elkaar. Maar nog meer gaat hun beider liefde uit naar de schepping: naar mens en wereld.
Alles hebben Zij ervoor over dat elke mens zou gelukkig zijn en dat de wereld tot voltooiing zou komen. De apostel Paulus omschrijft dit liefdesaanbod van God als ‘leven’, ‘genade’ en ‘redding’. Hij schrijft: ‘God, die rijk is aan erbarming heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding.’
Als God, doorheen zijn Zoon, ons zozeer heeft liefgehad, dan kunnen wij niet anders dan ook elkaar liefhebben. Als Gods liefde oneindig is, dan kunnen ook wij niet anders dan voortdurend de grenzen van onze liefde proberen te verleggen. Opdat eens onze liefde ook oneindig zou worden. Het verleggen van de grenzen van onze liefde is hetgeen wat van ons gevraagd wordt in deze vastentijd.
Doe een gift
Eén van de wijze daartoe is door Broederlijk te Delen met mensen die veraf wonen, in het Zuiden van onze wereld. Liefde kent geen grenzen en overwint ook allerlei onverwachte hindernissen. Ook al zijn er dit jaar omwille van de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus Covid-19 geen ‘koffiestops’ noch solidariteitsmaaltijden in de parochie, we kunnen nog altijd Broederlijk Delen rechtstreeks steunen. Doe daarom een gift op rekeningnummer BE12 0000 0000 9292 van Broederlijk Delen. Want delen doet goed. Delen redt medemensen. Delen is liefde.
Goede God, Uw liefde die zichtbaar werd in het leven van Uw Zoon, Jezus Christus, verlangt erna oneindig te worden. Laat ook onze liefde tot aan de uiteinde van de aarde gaan, wanneer we gul en ruimhartig delen met medemensen uit het Zuiden. Dit vragen wij U, omwille van Jezus Christus, Uw Zoon en onze Heer. Amen.