Het goede uitspreken | weekend 1-2 februari

Toen de tijd aanbrak, waarop zij volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen, volgens het voorschrift van de Wet des Heren: Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd, en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven. 

Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon, een wetsgetrouw en vroom man, die Israëls vertroosting verwachtte en de heilige Geest rustte op hem. Hij had een godsspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd. Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnen brachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen, nam ook hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden: ‘Uw dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.’ Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd. (Lucas 2,22-33)

Het oude evangelieverhaal vertelt hoe Jezus
in de armen van zijn moeder naar de tempel wordt gebracht.
Daar heeft een kleine plechtigheid plaats, die nauwelijks opvalt.
Maar voor wie er oog voor heeft, is dit een belangrijk gebeuren.
De oude Simeon zag het en hij zingt een loflied voor God,
omdat dit Kind het Licht voor de wereld is,
de Verlosser die door de profeten was voorspeld.
Hij zal de wereld voor de keuze stellen: voor of tegen God.
Op de achtergrond doemt al het kruis op, dat de neen-zeggers voor Hem gereed zetten.

Benedicere

Kinderen die opgroeien verlangen om gesteund te worden in het goede. Zij zelf hebben daarvoor heel eigen uitdrukkingen. Wanneer ze voor een moeilijke opdracht staan, zoals bijvoorbeeld een examen, dan vragen ze : “Wil je voor mij duimen.” Wanneer ze aan sport doen is het toch zo belangrijk dat de ouders af en toe komen supporteren. Voor het goede doel zoeken ze bij ouders en grootouders sponsors. Tegen betaling leveren ze een bepaalde inspanning, waarna het verzamelde geld naar een goed doel gaat.

Voor opgroeiende kinderen is het belangrijk dat ze gesteund worden in het goede, willen ze als liefdevolle mensen opbloeien. Van harte willen wij hen hierin steunen. Maar nog voordat we voor hen willen duimen, supporteren of sponsoren, willen we hen zegenen.

Zegenen of in het Latijn benedicere betekent letterlijk het goede uitspreken. Trots als we zijn op onze eigen kinderen en kleinkinderen spreken we vaak goede woorden over hen uit. Maar als gelovige ouders doen we ook nog iets meer. We leggen dit goede in de handen van een liefdevolle God. We vragen aan God zelf dat Hij het goede uitspreekt over ons kind en dat Hij ons kind bewaart in zijn liefde. Want God houdt van ieder menskind op een heel unieke wijze.

“God zegene en beware je”: wanneer wij onze kinderen een kruisje geven bij het slapengaan en deze zegenwoorden uitspreken dan groeit er ook in ons eigen hart de mogelijkheid om ons eigen kind te leren zien zoals God dit kindje ziet.

Goede God,
op het feest van de opdracht van de Heer herdenken we
dat Maria en Jozef uw Zoon naar de tempel hebben gebracht
en zijn leven aan U hebben opgedragen.
Leer ons, in hun spoor, dankbaar te zijn voor het leven.
Help ons te leven in vertrouwen op U en op uw Zoon Jezus, het Licht voor alle mensen en voor alle dagen.

Goede God, onze kinderen hebben veel bemoediging nodig in hun jonge leven. Laat ons hen zegenen met goede woorden. Maar vooral vragen wij om Uw zegen over hun kwetsbare leven. Amen.